-
Hof van Cassatie: Arrest van 28 September 1988 (België). RG 5599BIS Jurisprudence NL 28/09/1988 - 1 page
Wanneer de appelrechter zijn beslissing grondt op een eigen redengeving en op de "gronden van de eerste rechter die daarmee niet in strijd zijn", kan uit de context van de beslissing en uit de samenlezing ervan met het beroepen vonnis blijken dat het aldus de bedoeling van de appelrechter is geweest alle gronden van de eerste rechter over te nemen en vast te stellen dat geen enkele ervan met de zijne in strijd was. ( Art. 97 Grondwet. )…
-
Arbeidshof: Arrest van 9 December 1981 (Gent). RG 20215 Jurisprudence NL 09/12/1981 - 1 page
Het akkoord aangebracht op de opzeggingsbrief moet ondubbelzinnig blijken uit de verklaringen van de werknemer zoals deze op deze brief zijn aangebracht. De handtekening die door de werknemer is aangebracht onder aan een opzeggingsbrief waarin de vermelding "voor akkoord" op voorhand werd getypt door de werkgever, kan slechts aanzien worden als een kennisname voor ontvangst. Het ontslag dat noodzakelijk is geworden door de reorganisatie van de onderneming is op zichzelf niet wederrechtelijk.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 1 Juni 1995 (België). RG F940138F Jurisprudence NL 01/06/1995 - 1 page
Niet ontvankelijk, ook al is het gegrond op een wetsbepaling die de openbare orde raakt, is het middel dat niet aan de feitenrechter is voorgelegd en waarover deze niet op eigen initiatief heeft beslist, wanneer de feitelijke gegevens die voor de toetsing ervan noodzakelijk zijn, niet blijken uit de bestreden beslissing noch uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan. (Impliciet).…
-
Arbeidsrechtbank: Vonnis van 22 April 1991 (Leuven). RG 25.002 Jurisprudence NL 22/04/1991 - 1 page
De aanvrager van het bestaansminimum moet blijk hebben gegeven van zijn bereidheid tot tewerkstelling, tenzij dit om gezondheids- of billijkheidsredenen onmogelijk is. Om de werkbereidheid te beoordelen kan geen inspiratie gezocht worden bij de beginselen van de werkloosheidsreglementering inzake " beschikbaarheid voor de algemene arbeidsmarkt ". De omstandigheid dat een student moet instaan voor zijn eigen levensonderhoud wordt aanvaard als een billijkheidsreden in het kader van art. 6 der wet van 7 augustus 1974.…
-
Arbeidshof: Arrest van 17 Februari 2000 (Antwerpen (Hasselt)). RG 97/59 Jurisprudence NL 17/02/2000 - 1 page
Uit deze feitelijke toestand moet blijken dat bedoelde personen de -intentie- hebben de huishouding gemeenschappelijk te regelen.…
-
Arbeidshof: Arrest van 22 December 1993 (Gent). RG 92129 Jurisprudence NL 22/12/1993 - 1 page
Deze overeenkomst of gebruik kan uit concrete feiten blijken.…
-
Arbeidshof: Arrest van 22 Oktober 1986 (Brussel). RG 19.721 Jurisprudence NL 22/10/1986 - 1 page
Dergelijk verzoek tot uitvoering is des te aannemelijker naarmate de rechten van de eisende partij een bepaalde graad van zekerheid blijken te hebben.…
-
Hof van Beroep: Arrest van 24 Maart 1986 (Antwerpen) Jurisprudence NL 24/03/1986 - 1 page
Een garagehouder die een wagen welke ten hoogste een jaar oud is koopt en hierbij nalaat de aankoopfactuur te vragen waaruit zou blijken dat die wagen op afbetaling gekocht werd met beding van eigendomsvoorbehoud, begaat een beroepsfout. Die quasi-delictuele fout bestaat erin dat hij kennis heeft of moet hebben van de werkelijk bestaande toestand. Aldus neemt hij desbewust deel aan andermans contractbreuk.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 9 Januari 1980 (België) Jurisprudence NL 09/01/1980 - 1 page
Het middel dat tot staving van een cassatieberoep tegen een arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van beroep tot bevestiging van de beschikking van de raadkamer, waarbij een in het buitenland verleend bevel tot aanhouding uitvoerbaar wordt verklaard, aanvoert dat de vreemde overheid van de handhaving der aanhouding en van het verzoek om uitlevering afziet, mist feitelijke grondslag als die omstandigheden niet blijken uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 6 Januari 2015 (België). RG P.14.1956.N Jurisprudence NL 06/01/2015 - 3 pages
een daadwerkelijke voorlopige hechtenis waarbij de onderzoeksrechter of de raadkamer onaantastbaar oordelen over de wenselijkheid deze uitvoeringsmodaliteit al dan niet toe te kennen; de raadkamer kan de door de onderzoeksrechter bevolen voorlopige hechtenis onder elektronisch toezicht omzetten in een voorlopige hechtenis uit te voeren in de gevangenis en omgekeerd en de raadkamer en de onderzoeksrechter beslissen daarover op grond van alle omstandigheden eigen aan de zaak en aan de persoonlijkheid van de inverdenkinggestelde zoals die blijken…