-
Hof van Cassatie: Arrest van 23 Oktober 1998 (België). RG C970368F Jurisprudence NL 23/10/1998 - 2 pages
hernieuwing om een andere reden te weigeren, met de bedoeling om te ontsnappen aan de wettelijke vergoeding wegens uitzetting of om de verlaging ervan te vorderen", en derhalve de vordering van verweerster tot betaling van een uitzettingsvergoeding van drie jaar ten bedrage van 889.793 frank gegrond verklaart, terwijl krachtens artikel 25, eerste lid, 3°, van de wet van 30 april 1951 op de handelshuur, de vergoeding van drie jaar huur, die aan de huurder verschuldigd is wanneer de verhuurder, zonder van een gewichtige reden te doen blijken…
-
Grondwettelijk Hof (Arbitragehof): Arrest van 11 Juni 2008 (België). RG 89/2008 Jurisprudence NL 11/06/2008 - 6 pages
Volgens de Ministerraad is de memorie van de tussenkomende partij niet ontvankelijk omdat die partij niet doet blijken van het vereiste belang. B.3.2.…
-
Grondwettelijk Hof (Arbitragehof): Arrest van 14 Juli 2011 (België). RG 129/2011 Jurisprudence NL 14/07/2011 - 4 pages
De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt. B.2.3.…
-
Grondwettelijk Hof (Arbitragehof): Arrest van 14 November 2012 (België). RG 143/2012 Jurisprudence NL 14/11/2012 - 3 pages
Zowel artikel 142, derde lid, van de Grondwet, als artikel 2, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt. De actio popularis is niet toelaatbaar. B.4.1.…
-
Grondwettelijk Hof (Arbitragehof): Arrest van 7 Mei 2015 (België). RG 58/2015 Jurisprudence NL 07/05/2015 - 3 pages
De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt. Het bij artikel 4, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 vereiste belang verschilt niet van datgene dat wordt vereist in artikel 2 van dezelfde wet. B.4.3.…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 8 April 2003 (België). RG P021583N Jurisprudence NL 08/04/2003 - 1 page
…
-
Hof van Cassatie: Arrest van 23 April 1997 (België). RG P970372F Jurisprudence NL 23/04/1997 - 1 page
middel niet kan worden aangenomen; Over het tweede middel : Overwegende dat het middel opkomt tegen een ten overvloede door het hof van beroep gegeven considerans, mitsdien bij gebrek aan belang niet ontvankelijk is; Over het derde middel : Overwegende dat, wanneer de appèlrechter kennis neemt van de strafvordering, het horen van het openbaar ministerie een substantieel vormvereiste is; Overwegende dat het bewijs van de inachtneming van de wettelijke bepalingen betreffende de vormen van het onderzoek zowel kan blijken…
-
Grondwettelijk Hof (Arbitragehof): Arrest van 20 December 2012 (België). RG 155/2012 Jurisprudence NL 20/12/2012 - 2 pages
Artikel 142, derde lid, van de Grondwet en artikel 2, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt. De actio popularis is niet toelaatbaar.…
-
Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 19 Juni 2007 (België). RG M60920/5022 Jurisprudence NL 19/06/2007 - 2 pages
Haar taak bestond er vooreerst in na te gaan of de dader solvabel was op het ogenblik van zijn overlijden (hetgeen kon blijken uit zijn nalatenschap), waarna zij, in het kader van de waarborg "terugvordering", alle mogelijke inspanningen diende te leveren opdat haar verzekerde schadeloosstelling bekwam van de aansprakelijke derde. Mocht na onderzoek blijken dat de aansprakelijke daadwerkelijk onvermogend was, diende toepassing te worden gemaakt van de waarborg "insolventie".…
-
Grondwettelijk Hof (Arbitragehof): Arrest van 4 Maart 2008 (België). RG 44/2008 Jurisprudence NL 04/03/2008 - 6 pages
Zij doet derhalve blijken van een belang in de voorliggende zaak. Nu het belang van de eerste tussenkomende partij vaststaat, is de gezamenlijke memorie van de tussenkomende partijen ontvankelijk en dient niet te worden onderzocht of ook de tweede tussenkomende partij doet blijken van het vereiste belang. B.2.8. De exceptie wordt verworpen. Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag B.3.…