Arbeidshof: Arrest van 23 September 1992 (Gent). RG 1253

Date :
23-09-1992
Langue :
Néerlandais
Taille :
1 page
Section :
Jurisprudence
Source :
Justel N-19920923-7
Numéro de rôle :
1253

Résumé :

De vergoeding die verschuldigd is door de partij die de arbeidsovereenkomst eenzijdig beeindigt voor de indiensttreding van de bediende, dient niet berekend op basis van het gemeen recht maar volgens de arbeidsovereenkomstenwet (Cass. 10/4/74 - J.T.T.1975, 10). Er moet een onderscheid gemaakt worden naargelang de arbeidsovereenkomst met of zonder proefbeding gesloten is. Wanneer het om een overeenkomst gaat met beding van proeftijd, dient de forfaitaire schadevergoeding berekend te worden op basis van de opzeggingstermijnen die voor de overeenkomst met proefbeding van toepassing zijn voor een bediende : minimale proeftijd van een maand, verhoogd met de opzeggingstermijn van 7 dagen (art. 67, alinéa 2, lid 1 en art. 82, alinéa 2, lid 2 - Wet 03/07/1978). Wanneer het om een arbeidsovereenkomst gaat van onbepaalde duur, zonder proeftijd, geldt de vergoeding die voor arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur van kracht zijn en zo de opzegging uitgaat van de bediende, moet deze termijn niet mathematisch de helft bedragen van de opzeggingstermijn door de werkgever gegeven en mag minder bedragen.

Arrêt :

La version intégrale et consolidée de ce texte n'est pas disponible.